
Organisatoren Joeri en Heidi van Marathon and More waren afgelopen zondag in hun nopjes. Voor de 14e editie van hun 6 uur van Aalter kwam een 100-tal deelnemers opdagen, een post-corona record. Na een afwezigheid van enkele jaren tekende ik ook nog eens present. Eind oktober wil ik me wagen aan de Grizzly100, een trailrun in de prachtige Voerstreek. Om kans op slagen te hebben, moet het trainingsvolume fors omhoog.
Het concept waarbij je 6 uur lang rondjes loopt van minder dan anderhalve kilometer lijkt op het eerste gezicht saai en dus niet zo aantrekkelijk. In de praktijk valt dat best mee omdat je regelmatig een praatje kunt slaan met de medelopers. Bovendien is het uiterst efficiënt voor de bevoorrading want niet alleen voorziet de organisatie allerlei lekkers, je kunt ook je eigen tafeltje met reservekledij en je favoriete drank en voeding langs het parcours plaatsen. Een hongerklop is hier dus zo goed als uitgesloten.
Zoals gezegd vatte ik deze wedstrijd aan als een duurtraining. Ik wou de marathon doorkomen in 3u45’ en dan kijken om op een comfortabele manier de laatste twee uren rond te maken. De weersomstandigheden waren zo goed als ideaal voor mij: halfbewolkt, een graadje of 22 C° en later zou er ook wat regen vallen.
Nadat ‘Eye of the Tiger’ van Survivor door de luidsprekers had gegalmd, gingen we op pad. Het rondje was me niet onbekend: eerst door een oudere wijk, dan een stukje door een nieuwe wijk, een onverhard paadje gevolgd door de Col de la Piscine (een vriendelijke helling die echter rondje na rondje evolueerde tot een heuse Alpencol) en een passage door de hoofdgang van het zwembad waar ook de registratiematten lagen.
Ik was nog geen drie rondjes ver of ik werd al een eerste keer gedubbeld door de koplopers die tegen een tempo van meer dan 15 km/u rondtoerden. Zelf hield ik mijn hartslag nauwgezet in de gaten en bleef ik trouw aan mijn pacingplan van 11 km/u. Dit bracht me na 3u43’ aan het marathonpunt.
De beentjes voelden nog altijd goed aan al had ik hier en daar wel een pijntje. Er hadden zich enkele blaren ontwikkeld, maar de grootste last had ik van een eerdere dazenbeet in het midden van mijn voetzool. Ik liet het tempo een beetje zakken. Tot twee keer toe kreeg ik het gezelschap van Urs die me telkens een rondje op sleeptouw nam. Op die manier tikte de tijd snel weg.
Bij de laatste passage aan mijn tafeltje grabbelde ik het stokje mee met daarop mijn nummer. Na 6 uur weerklonk het eindschot waarna ik het stokje achter mijn hiel legde. Op die manier konden de organisatoren exact mijn afgelegde afstand meten. Ik kreeg 66,31 kilometer achter mijn naam. Net in de top 15. Ik was daar best tevreden mee, vooral omdat ik in de tweede helft tempohardheid had getoond. Al groeide meteen het besef dat de Grizzly100 zich in oktober niet zomaar zal laten temmen. De afstand in Voeren is nog eens de helft langer en de heuvels en trailpaadjes zullen veel minder vlot lopen dan het Aalterse beton. De prachtige omgeving zal echter veel goedmaken.